Deze website maakt gebruik van cookies. Voor meer informatie: lees ons cookie-beleid of verberg deze melding. ×

Stukje aarde

De column van Karin Timm

13 september 2025 Karin Timm

Lang, lang geleden, ongeveer 10.000 jaar, veranderden mensen van jagers en verzamelaars tot landbouwers. Dat was het moment dat we onszelf stukjes grond toe eigenden, want grond met graan en tarwe meenemen op reis, is wat lastig.  Dorpjes en stadjes ontstonden, men ging het land tot ons land benoemen en helaas, maar zoals te verwachten, ontstonden er ook ruzies over land. 

In die tijd bewoonden ongeveer 10 miljoen mensen de aarde. Ruimte en stukjes aarde genoeg. Nu wonen er bijna 18 miljoen mensen alleen in Nederland! En allemaal willen we een klein stukje aarde voor onszelf. 

Wij hebben deze zomer doorgebracht op wat wij eigen grond noemen, in onze eigen tuin, in ons eigen land. 

We zijn ook naar in diverse andere landen gereisd om even los te komen van het werk en de dagelijkse routines. Maar ook wat meer kans op mooi weer en herinneringen maken in andere culturen dan de Nederlandse.

Die doelen hebben we zeker behaald: we hebben gewandeld door de mooiste natuurgebieden, genoten van prachtige uitzichten, geluisterd naar vreemde vogels en vreemde talen. We zijn grenzen overgestoken, hebben de zon gezien en gevoeld en werden menigmaal teruggeworpen in de tijd en geschiedenis. 

Deze vakantie was ik me meer bewust van grenzen, stukjes land die we ‘eigen’ noemen, de historie van landen en bevolkingsgroepen. Dat zal ongetwijfeld komen door de huidige situatie in de wereld. Een wereld waarin we geneigd zijn mensen te beoordelen op hun afkomst, hun land van herkomst, hun cultuur. 

De grenzen van landen lijken nu steeds meer op drempels, waardoor we de weg naar elkaar, een samenleving, slechter weten te vinden. En dat terwijl we elkaar juist in deze tijden, zo hard nodig hebben. Ieder met de eigen talenten, kennis, taal en cultuur. Wat zou ik graag in een wereld wonen waar we in gezamenlijkheid de wereld bewonen en elkaar niet bevechten. Minder ik, meer wij. 

Tegelijkertijd zei mijn moeder altijd: ‘Verbeter de wereld, begin bij jezelf’. En Toon Hermans verwoorde het zo:

Er moeten mensen zijn
die zonnen aansteken,
voordat de wereld verregent.

Mensen die zomervliegers oplaten
als het ijzig wintert,
en die confetti strooien
tussen de sneeuwvlokken.
Die mensen moeten er zijn.

Er moeten mensen zijn die aan de uitgang van het kerkhof ijsjes verkopen,
en op de puinhopen mondharmonica spelen.

Er moeten mensen zijn, die op hun stoelen gaan staan,
om sterren op te hangen in de mist.
Die lente maken van gevallen bladeren, en van gevallen schaduw, licht.

Er moeten mensen zijn, die ons verwarmen en die in een wolkeloze hemel
toch in de wolken zijn zo hoog
ze springen touwtje langs de regenboog als iemand heeft gezegd:
kom maar in mijn armen

Bij dat soort mensen wil ik horen
Die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan

Er moeten mensen zijn, die op het grijze asfalt in grote witte letters
LIEFDE verven
Mensen die namen kerven in een boom vol rijpe vruchten
omdat er zoveel anderen zijn die voor de vlinders vluchten en stenen gooien
naar het eerste lenteblauw omdat ze bang zijn voor de bloemen
en bang zijn voor: ik hou van jou

Ja, er moeten mensen zijn met tranen als zilveren kralen die stralen in het donker
en de morgen groeten als het daglicht binnenkomt op kousenvoeten

Weet je, er moeten mensen zijn, die bellen blazen en weten van geen tijd
die zich kinderlijk verbazen over iets wat barst van mooiigheid
Ze roepen van de daken dat er liefde is en wonder
als al die anderen schreeuwen: alles heeft geen zin
dan blijven zij roepen: neen, de wereld gaat niet onder
en zij zien in ieder einde weer een nieuw begin

Zij zijn een beetje clown, eerst het hart en dan het verstand
en ze schrijven met hun paraplu i love you in het zand
omdat ze zo gigantisch in het leven opgaan
en vallen, en vallen, en vallen
en OPSTAAN

Bij dát soort mensen wil ik horen, die op het tuinfeest in de regen BLIJVEN dansen
ook als de muzikanten al naar huis zijn gegaan
de muziek gaat DOOR, de muziek gaat DOOR, en DOOR

Toon Hermans

Terwijl ik dit schrijf, zijn we op de terugweg naar dat stukje grond waarop ons huis staat. In Krimpen aan den IJssel. Zou het in onze gemeente kunnen beginnen? Want er moeten mensen zijn…….