Deze website maakt gebruik van cookies. Voor meer informatie: lees ons cookie-beleid of verberg deze melding. ×

Trippel, trappel...

De column van Bert van Oosterhout

18 november 2023 Bert van Oosterhout

Soms denk ik van Sinterklaas, die gast spoort niet. Oekraïne wordt door het krijgsvolk van Poetin terug gebombardeerd naar de middeleeuwen; de Israëlische strijdkrachten zijn op bevel van Bibi Netanjahu druk met te land, ter zee en in de lucht Palestijnse ouden van dagen, zwangere vrouwen, baby's en kleuters in de Gazastreek naar de andere wereld te schieten; aardbevingen en overstromingen roeien ongevraagd de bevolking van diverse landen uit – en hij, Sinterklaas dus – doet gewoon of er niets aan de hand is.

Het is een vreemdeling zeker, denk ik. Daar kun je donder op zeggen. Het zal geen vreemdeling zijn. Die verdwaald is, zeker. Ook dat nog. Heeft natuurlijk geen gps. Vraag eens even naar zijn naam. Hou op. Wat kan mij het schelen hoe die vogel heet.

Sorry? Sint Nicolaas? Ha......ha. Maar dat is toch die Spaanse meneer van Turkse afkomst die kleding showt voor de Kringloop? Nu je het zegt, die was hier afgelopen jaren ook al. Maakte geloof ik, een cruise of zo. Van Spanje naar Krimpen. Meerde aan in  de Stormpolder, waar enige plaatselijke notabelen en de dorpsjeugd stonden te blauwbekken van de kou. Hij had trouwens een heel gezelschap meegebracht. Het tiende van de fc Barcelona, hoorde ik. En allemaal zo zwart als roet.

Die bezoeker, zoals bekend een bisschop van de kerk van Rome, is duidelijk een liefhebber van varen. Niets belet hem om met prijsvechters als Ryanair en Easyjet naar het koude noorden te komen. Ruim een uurtje vliegen. Fluitje van een cent. Maar nee, hij kiest voor het zilte sop.

Doet 'ie met het oog op zijn schimmel. Vroeger altijd hartstikke mooi wit. Af en toe dan toch ook weer zwart. Maar elk jaar vrolijk briesend en temperamentvol. Zachtjes gaan de paardenvoetjes. Trippel, trappel, trippel, trap. 

Het zwarte ros van de Sint werd door sommigen beschouwd als een soort eresaluut aan de nazaten van de tot slaaf gemaakten uit het koloniale tijdperk. Met een tattoo van Frank Boeijen op het linker voorbeen. Weet je nog: Denk niet wit. Denk niet zwart. Denk niet zwart-wit. Ja, zo doen wij Nederlanders het graag. Altijd in voor een verhitte discussie. Zelfs over de vraag of een Zwarte Piet wel zwart moet cq mag zijn.

Nu Zwarte Piet de competitie met Roetveeg Piet en Schoorsteen Piet op een haar na heeft verloren, lijkt de tijd gekomen om ook 's kritisch te kijken naar hun baas, SintNicolaas. In onze streken is deze van huis uit Turkse bisschop van de rooms-katholieke kerk weliswaar nooit populair geweest. Maar toch wordt hij al eeuwenlang gedoogd. Vooral op aandringen van het midden- en kleinbedrijf. Dat wil natuurlijk niet de kip met de gouden eieren de nek omdraaien. En gelijk hebben ze. Voor je het weet blijven ze zitten met hun Chinese prullaria voor kinderen, peperdure bijoux voor volwassenen en allerhande snoepgoed.

Hebben wij iets tegen Sinterklaas? Helemaal niet. We vinden alleen dat een herijking van dit eeuwenoude symbool op zijn plaats is. Zwarte Piet is een erfstuk uit andere tijden. Nog maar kort staat hij symbool voor de slavernij van weleer. Nu we die inmiddels in vele toonaarden hebben veroordeeld, is Piet – onbedoeld de slaaf bij uitstek – onacceptabel geworden.

En hoe moet dat nu met Sinterklaas? Is hij boven alle twijfel verheven? Volgens mij niet. Wat weten we nu eigenlijk van die man? Waar komt hij vandaan? Wie waren zijn vader en moeder? Heeft hij broers en zussen? En de hoeveelste Sint in de rij is hij eigenlijk? En dan – is hij een bisschop in  de kerk van paus Franciscus of lonkt hij naar de Grieks-orthodoxie?

Het zijn maar een paar vragen. Maar gegeven de voorgeschreven transparantie van tegenwoordig, moeten ze wel worden beantwoord. Gebeurt dat niet, dan krijgt de Sint met al zijn vrijgevigheid zo'n beetje het karakter van een marskramer. En dat is niet de bedoeling. Hij tooit zich in kledij die overeenkomt met wat in het Vaticaan wordt gedragen. Een witte onderjurk (superplie), waarover een soort lang vest (kazuifel of tabbert) met op het bebaarde hoofd een kekke mijter. Zo loopt een marskramer er natuurlijk niet bij.

Hoe weinig we ook weten van Sint, één ding weten we wel: hij kan op twee plaatsen tegelijk zijn. Dat heet het vermogen van de bilocatie. Dat onderscheidt hem van gewone mensen als jullie en mij. Intussen zitten we nog met enkele vragen. Geen punt, want een beetje huiswerk levert al gauw wat antwoorden op. Zo komen we te weten dat de man om wie het hier gaat is geboren op 15 maart 270 na het begin van de jaartelling. En wel in de Turkse plaats Patara. Hij ligt begraven in de St.Nicolaas basiliek in de Italiaanse stad Bari. Zijn naamdag is 6 december. Wie had dat nou kunnen denken?

Volgens de overlevering was Nicolaas rond het jaar 300 bisschop in de stad Myra. Ergens in die tijd moet zijn faam als kindervriend zijn ontstaan. En wat nou zo leuk is in dit verband: de Sint-lectuur maakt tot in de jaren twintig van de vorige eeuw nergens melding van meer dan een Zwarte Piet.  Je hoort het goed, een Zwarte Piet. Al die tot slaaf gemaakte speelse bedienden van de bisschop kwamen in de Pieten-discussie nog helemaal niet voor. Ze zijn er later pas bij verzonnen. Waarschijnlijk door Sylvana Simons.

Hoe dan ook, Sint bleef statig overeind in die discussie. En dat terwijl het om zijn personeel ging. Het scheelde maar weinig of hij kon voortaan zelf zijn schimmel afborstelen. Met die zakken sjouwen en over de daken stappen. Met al die zonnepanelen tegenwoordig, behoort dat misschien  binnenkort toch wel tot het verleden. Opvallend genoeg is tot nu toe geen enkele Piet van een dak gelazerd.

Indachtig de aloude hit Sinterklaasje kom maar binnen met je knecht, wachten we rustig op de dingen die komen gaan. Business as usual, zal ik maar zeggen. Tot we kunnen zingen Hij komt, hij komt, die lieve, goede Sint.

 

Plezierig weekend
18 november 2023

Bert van Oosterhout